In de sessie van deze week stonden we stil bij de financiële opvoeding van je kinderen. Het is belangrijk om veel te praten met je kinderen over uitgeven, sparen, geven en investeren.
Patronen
Het is heel moeilijk om je kinderen te trainen om goed om te gaan met geld, als je dat zelf niet hebt geleerd. Het belangrijkste is dat je de belangrijkste patronen bij jezelf aanpakt, want daarmee help je niet alleen jezelf, maar juist ook je kinderen.
Opdracht
De opdracht van deze week is om na te gaan of er één van de tien disfunctionele patronen bij jou aanwezig is en die aan te pakken door er bewust mee te breken. Als je meerdere patronen herkent, focus je dan toch vooral op hooguit twee patronen.
1. Koop jij dingen uit emotie (om je goed te voelen, ook al is het onverstandig)?
2. Geef jij snel te veel uit?
3. Ga jij schulden aan, zodat je eerder iets kunt aanschaffen?
4. Weet jij het verschil tussen goede en slechte schuld? (Een goede schuld is wanneer je geld leent om in iets te investeren wat je voordeel gaat opleveren, slechte schuld is wanneer je geld leent om iets te kopen wat snel zijn waarde verliest. Dus bij goede schuld leen je vandaag voor rendement in de toekomst, bij slechte schuld leen je van morgen, om vandaag te genieten.)
5. Leef jij boven je standaard?
6. Heb jij grip op je financiën of heb je geen idee hoe alles zit?
7. Maak jij je veel zorgen om geld en brengt het spanning?
8. Ben jij krenterig op het ene gebied en geef je te veel uit op een ander gebied?
9. Is geld een middel voor je dat je gebruikt, of een doel waar je voor zwoegt?
10. Pas jij struisvogelpolitiek toe als er rekeningen of brieven van de Belastingdienst komen?
Het mooie aan opvoeding is, dat het je dwingt om zelf ook te groeien en te ontwikkelen. Breek er deze week mee!
